Postnatale haptonomie in het vierde trimester
Basisbevestigend dragen
*waar hij staat kan ook zij gelezen worden.
**waar vader staat kan ook partner gelezen worden.
Iedereen die voor kinderen zorgt, raakt ze ook aan en elke aanraking brengt een boodschap over met en aan de tastzin. De tastzin is een eigen taal van het lichaam. Het is belangrijk de taal van het lichaam goed te begrijpen en te ‘spreken’. Dit maakt de communicatie met kinderen gemakkelijker.
Voor het pasgeboren kind is de tastzin de eerste en enige taal. We vinden het heel normaal om kinderen aan te raken. Misschien wel zó gewoon dat we er niet meer op letten hoe we dat doen (Mol, 2010).
In onze opvatting is het de basis voor het verdere leven. In dit artikel gaat het over gevoelsmatig verstaan van elkaar. Van het samen dragen voor de geboorte naar het ondersteunend dragen na de geboorte. Het contact die de ouders maken tijdens de zwangerschap met het kind, draagt bij aan de verbinding met het kind direct na de geboorte. “Ik kende je reeds, voordat ik je heb gezien…!” (Veldman, 1983).
De nadruk ligt hoe ouders en kind elkaar gevoelsmatig wederzijds verstaan en bevestigen. Door het kind steeds vanuit zijn basis te benaderen, bevestig je hem in zijn eigen kunnen, in wie hij is en creëer je harmonische groei met elkaar, wat vertrouwen geeft aan eenieder.
Waar het accent op ligt in de haptonomische zwangerschaps-begeleiding is dat er in eerste instantie ruimte en rust komt voor de ouders om elkaar te ontmoeten en dat vandaaruit het eerste contact ontstaat met het ongeboren kindje. In rust en ruimte openbaart het kind zich, hij voelt zich
welkom. Hij wil erbij zijn. Dit contact begint meestal rond de 20 weken.
Ouders leren het kind al in een vroeg stadium (her)kennen en het kind leert zo ook de ouders (her)kennen. Dit contact wordt na de geboorte voortgezet en zorgt voor vertrouwen en hechting.
Het is niet alleen herkennen maar ook erkennen van het kind, het mag er zijn.
“In rust en ruimte openbaart het kind zich, hij voelt zich welkom.”
De geboorte
Het kind geboren laten worden doe je met zijn drieën, waarbij de vader de moeder ondersteunt, begeleidt door de pijn, volgt, luistert en meegaat. De moeder houdt inwendig gevoelsmatig verbinding met het kindje om zo de weg te openen naar deze wereld.
De reflex bij pijn is een terugtrekkende beweging. Bij haptonomie wordt ook aandacht besteed aan omgaan met pijn. De ouders krijgen hier handvatten voor. Door bij de pijn te blijven, deze zoveel mogelijk te integreren, is de beweging naar de pijn toe, waardoor de aandacht van de moeder erbij kan blijven. Zo blijft de weg naar buiten zo optimaal zacht en vrij mogelijk voor het kind (VHZB, 2008). De moeder vertelt zo het kind gevoelsmatig welke richting het moet gaan.
Onthechten
Ergens in de eerste paar uren is er een wezenlijk moment waar we in de haptonomische begeleiding aandacht voor hebben. Namelijk; de eerste echte ontmoeting met de vader én een moment van onthechting.
De vader neemt het kind basis-gesteund (onder het kontje) in zijn vertrouwde en veilige handen bij de moeder vandaan en laat het op een afstandje zowel de moeder als de wereld zien. Zo laat je het kind letterlijk voelen dat het een eigen individu is en los is van zijn moeder. De moeder krijgt de mogelijkheid haar kind, dat zo lang in haar schoot zat, als autonome mens te zien/ontmoeten. Na de geboorte is dit de tweede lijflijke loslating van het kind.
De symbiotische verbinding wordt verbroken. Het kind mag zichzelf zijn. In de haptonomie spreken we ook wel van autonomie in verbondenheid, die door dit moment bevestigd wordt aan alle drie de betrokkenen (Ferdinandus, 2010).
“De vader neemt het kind basisgesteund in zijn vertrouwde en veilige handen bij de moeder vandaan en laat het op een afstandje zowel de moeder de wereld zien.”
Contactmomenten
Bij ieder contactmoment in de eerste jaren kunnen ouders letten op hoe ze hun kindje benaderen, aanraken, tegemoet treden en verzorgen. Zo wordt het niet een functioneel (af)handelen van taken en ben je je meer bewust van hoe je je kind ook kunt aanspreken en naar hem kunt luisteren. Zo kun je steeds samen genieten tijdens de dagelijkse handelingen en worden het tedere en liefdevolle momenten waarin je hem bevestigt in zijn zijn (Ferdinandus, 2010).
Elk mens heeft behoefte aan bevestiging. Binnen de haptonomie spreken we over de bestaans-bevestiging: daarin staat het contact tussen mensen centraal. Het gevoel een goed en waardevol persoon te zijn krijg je van mensen die je onvoorwaardelijk steunen. Daartegenover staat de schijn-bevestiging: dat is die, die voortkomt uit status en succes. Het gevoel van acceptatie en waardering hangt af van je prestaties. Het geeft een kort en lekker gevoel (Kramer, 2017).
“Elk mens heeft behoefte aan bevestiging.”
Maar hoe bevestig je je kind vanaf zijn geboorte? Dat kan tijdens alle contactmomenten, maar zeker de momenten waarbij je je kind aanraakt, dus tijdens het dragen en verschonen bijvoorbeeld.
Waarom is dat belangrijk?
- Het zorgt ervoor dat het kind actief kan participeren;
- het kind houdt zo zijn lichaam in verband (zie foto)
- het kindje voelt zich licht en gedragen;
- dragen is affectiviteit;
- dragen is zijnsbevestiging. Niets hoeft.
Als ingegaan kan worden op de behoeften van het kind zal het zich bevestigd voelen. De ouders worden zo gesterkt in hun vertrouwen omdat zij hun kind tevreden zien. Het kind leert zo ook dat hetgeen hij voelt klopt, omdat de ouders zijn gevoelens hebben leren verstaan en erop ingaan. Wat prenataal is opgebouwd kan postnataal voortgezet en verder verdiept worden. De basis is er!
Dragen
We nemen het kindje op en dragen het onder ‘het kontje’.
Handen die vertrouwen geven, laten voelen en weten dat je het kindje draagt en ondersteunt, zodat hij vanaf het begin af aan zijn basis ervaart en zich veilig voelt (Ferdinandus, 2010). Op de foto’s kun je zien hoe het kind basisgesteund gedragen kan worden.
Het gebied rond de stuit is het gevoelsmidden van de mens. Het kindje daar op de juiste manier ondersteunen geeft hem bevestiging, autonomie en eigenheid. De andere hand is bij zijn boven-ruggetje. Het kind voelt dat hij zijn nekje al zelf kan ophouden en zijn armen zijn op die manier vrij om te bewegen. Het kindje doet mee, het participeert! Het is geen lappenpop of zak die je meeneemt. Zo wordt alles een samenzijn.
De vader
De vader is belangrijk als steunpilaar binnen het gezin. “Hij is normaliter de schepper van het liefdevolle klimaat, de vitale biotoop, waarin zowel de moeder als het kind zich op hun gemak voelen en kunnen groeien en zich ontplooien.” (Veldman, 2007).
Als hij tijdens (kraam)bezoek merkt dat zijn vrouw en of kind vermoeid raken is hij degene die het bezoek vriendelijk doch dringend verzoekt het verse gezin de rust te gunnen die het nodig heeft. Hij is er voor zijn vrouw en kind(eren).
Ouders
Belangrijk na de geboorte is ook de relatie tussen de ouders. Binnen de zwangerschapshaptonomie wordt hier postnataal extra aandacht aan gegeven. Het ‘wij’, komt met de komst van een kindje direct in ander daglicht te staan. Het ‘wij’ van samen ouder zijn en het ‘wij’ waaruit dit kindje is ontstaan. Beide zijn belangrijk. Er is aandacht nodig om elkaar opnieuw te ontdekken als partners.
De ouders die er-zijn voor het kind én de man en vrouw die er-zijn voor elkaar. Het samen dragen en ondersteund dragen vanuit de basis, draagt ook hierbij aan wederzijds verstaan en verbinding met elkaar. Het is een onlosmakelijk geheel.
Marlijn van Dalen
www.haptonomiemarlijn.nl
Ricky Joore-Daems
www.r-zijn.nu
Ricky Joore-Daems en Marlijn van Dalen bieden voor professionals, die werken met het jonge kind en ouders een workshop aan over ‘bevestigend en ondersteunend dragen van het jonge kind’ (meer info zie websites).
Kramer, A. (2017) Het millennial manifest, Nijmegen